Aan het DB van het Waterschap Limburg – Roermond, 17-7-2020 – Betreft: art. 35 vragen inzake incident maaien bij de N274 nabij Posterholt
Geacht bestuur,
Met verbijstering hebben we vandaag kennis genomen van de berichtgeving in de media inzake het incident rond het maaien in opdracht van het waterschap langs de N274 nabij Posterholt. Onder andere betreft dit de volgende berichten: Limburger 17-7-2020 en Trouw/ANP 16-7-2020. Onze verbijstering wordt versterkt als we dit incident afzetten tegenover de beantwoording van onze art. 35 vragen over incidenten rond het maaibeheer bij de Venbeek d.d. 3-9-2020. In de AB vergadering van 2 oktober 2019 hebben wij u gecomplimenteerd met de openhartige en eerlijke beantwoording van de vragen. Letterlijk schreef u:
“Wij hebben de aannemer en onze eigen medewerker hierop aangesproken. Daarnaast blijven wij hameren op de gemaakte afspraken over ecologisch maaien bij onze aannemer(s). Daarom vertrouwen wij erop dat dit in de toekomst niet nogmaals zal gebeuren.”
Inmiddels heeft en incident en de daaropvolgende publicaties al tot veel onrust in het gebied geleid en staat het waterschap negatief in het nieuws.
Terecht hebt u per mail van 16-7 direct aan ons gemeld dat u bestuurlijk tot actie bent overgegaan. Blijft natuurlijk wel het beeld hangen dat wederom het paard achter de wagen gespannen wordt. Los van uw proactieve houding valt in onze ogen dit incident echter wel degelijk in de categorie “eens maar nooit meer” uit uw beantwoording van september vorig jaar.
Dit alles klemt des te meer omdat in de recente commissie vergadering WZW is toegegeven namens het DB dat overtreding van het maaibeheer regelmatig voorkomt. In de vergadering van 10 juni j.l. is namens het DB eveneens toegezegd dat er maatregelen door de organisatie getroffen gaan worden om het gat tussen hoe het moet en de praktijk te dichten. Inmiddels zijn we ruim een maand verder.
Onze bezorgdheid wordt vooral ingegeven door de gevoeligheid van ons ecosysteem in zijn algemeenheid en de vlinder populatie. Niet voor niets hebben we ecologisch beheer in het coalitie accoord opgenomen en bij de kaders voor de aanbesteding van het onderhoud opgenomen als kernwaarde. Dat het donker pimpernelblauwtje nagenoeg uit Nederland verdwenen is maak het beschreven incident extra schrijnend.
Conform artikel 35 van het reglement van orde stellen wij u de volgende vragen:
- Bent u het met ons eens dat ecologisch beheer, waaronder maaibeheer, een belangrijke taak is van het Waterschap?
- Betreft het incident van gisteren dezelfde aannemer als bij het incident zoals beschreven in de beantwoording van de vragen in september j.l.?
- Kunt u aangeven op welke locaties het ecologisch beheer in 2020 nog meer in de fout is gegaan en hoe toen door het DB of ambtelijk daarop gereageerd is?
- Kunt u aangeven welke stappen sinds de commissie vergadering WZW van 10 juni j.l. gezet zijn, die er op gericht zijn dat fouten in het maaibeheer niet meer voorkomen? Graag uitgesplitst naar beleidsniveau, tactisch niveau en uitvoerend niveau.
- Hangt het feit dat dit incident nu heeft plaats gevonden samen met afronding van de aanbesteding van dit onderhoud?
- Welke consequenties trekt u uit de vorig jaar toegezegde ”eens maar nooit meer” en het huidige incident?
- Uit de berichtgeving begrijpen we dat aangifte is gedaan tegen het waterschap. Dat betekent dat beoordeeld moet worden of deze calamiteit valt in de categorie economisch delict. Klopt dat?
- Indien vraag 5 bevestigend beantwoord wordt zou u aangifte kunnen doen tegen de aannemer. Bent u dat voornemens?
- Wordt het niet tijd – gezien de steeds weer voorkomende incidenten – om nog louter te kiezen voor ecologisch gecertificeerde aannemers? Is dat al de huidige praktijk? Zo nee, waarom niet?
- Zou het feit dat er steeds weer voorkomende incidenten zijn samen hangen met een tekort aan ecologen en/of toezichthouders bij het waterschap? Graag toelichting op uw antwoord.
Graag zien we uw antwoorden tegemoet.
Namens de fractie Water Natuurlijk Limburg,
Gerard IJff
Weike Medendorp
