De Kosmos van Danny Danker: 'De aap uit de mouw van mijn broer'

01 feb , 8:00 Kunst & Cultuur
th hoe mandela alsnog roermond bezocht de kosmos van danny danker

Mijn broer en ik waren in onze jeugd lid van het Wereld Natuur Fonds. Op onze jonge leeftijd was ik zo geschrokken van het plaatje van vervuiling uit het boek van Rien Poortvliet, en het bewustzijn dat we met onze twaalf en negen jaar een verschil konden maken, deed me goed.

Mijn ouders waren trots op deze instelling en sloten een abonnement af, ondanks dat er bij ons thuis echt wel op de kleintjes gelet moest worden. Mijn broer deed mee.

Hij deed altijd mee met wat ik bedacht. Na een detectiveclub, de experimentenclub en de uitvaarten die we verzorgden voor gevonden vogels was dit weer wat anders. We zijn wel eens samen op een WNF-kamp geweest, maar mosstukjes maken was nu niet echt onze passie, dus een tweede keer zijn we niet gegaan.

Op zekere dag kregen we weer het clubblad van de Rangers, en ditmaal zat er een bijlage bij in een grote envelop. ‘Red de Aap’ stond er met hele grote letters op. In de envelop zaten lijsten waar namen van sponsoren op mochten komen.

Ik legde mijn broer uit over de erbarmelijke omstandigheden van de aap en dat we hem moesten helpen een beter leven te krijgen. Hij knikte, hevig onder de indruk, begripvol.

De komende maand zouden we alle deuren langsgaan om zo veel mogelijk geld op te halen voor de aap. En niemand was meer gemotiveerd dan mijn kleine broer, die, weliswaar met blosjes op zijn wangen, toch onvermoeid leek en met zijn blauwe, half betraande oogjes over het lot van de aap veel mensen over de streep trok om toch te doneren. We hadden na een maand alle lijsten vol en trots stuurden we de opbrengst terug. Missie volbracht. De aap was gered.

Ik bedacht het volgende clubje en het leven ging verder. Ware het niet dat mijn broer na een paar weken toch nog eens bij me informeerde hoe dat nu met die aap zat. ‘Die hebben we gered,’ zei ik, waarop hij verder vroeg: ‘Wanneer komt die aap nu aan?’ Ik keek hem ietwat bevreemd aan. ‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik.

Hij zei: ‘We hebben hem toch gekocht? Ik ben al lang aan het wachten.’ Ik legde hem uit dat het een symbolische daad was – dat de middelen ingezet werden om het leven daar beter te maken voor de apen.

Hij liep vuurrood aan en stampvoette van kwaadheid. Dat hij zoveel inspanningen geleverd had en niet eens een aap kreeg, ging er bij hem niet in. Hij voelde zich bekocht en huilde tranen met tuiten. Nu snapte ik de reden voor zijn tomeloze inzet pas.

Hij was ontroostbaar, de schattigheid van het oranje haar van de aap in gedachten houdend. De ‘bedankt voor je inzet’-kaart werd dan ook bij aankomst gelijk versnipperd. En bij volgende acties bleef hij toch liever hutten bouwen.

Tot op de dag van vandaag kan ik me niet losmaken van het gevoel dat ik hem nog een aap verschuldigd ben.

Dit was de kosmos van deze week. En misschien kunt u de komende week nog eens nadenken, over hoe u ook een verschil kunt maken...

Tot weer, tot Kosmos

D.D.

Bekijk ook de video van SORTV van deze Kosmos