De kosmos van Danny Danker: kerstdromen te koop

25 dec , 8:00 Kunst & Cultuur
1000062076

Ergens in het vroegst van december begon, zoals gewoonlijk, de zoektocht naar een mooie kerstboom langs landwegen en tuincentra. Stevig ingepakt trotseerde ik op mijn fiets de kou.

En ja hoor. Op de Eiermarkt in Maasniel stond het ogenschijnlijk typische ‘te koop’-bord op de stoep - ware het niet dat ik even stil moest staan om niet één, maar twee keer te lezen wat er op dit bordje geschreven stond. Maar mijn ogen bedrogen mij niet. ‘Kerstdromen te koop’, stond er.

Misschien was het een taalfout. Al was er bij het huis waar het bordje stond ook geen boom te bekennen. Mijn nieuwsgierigheid gebood mij toch aan te bellen.

(Als u wat minder nieuwsgierig van aard bent, mag u op dedit punt afhaken en het verhaal bij de schrijver laten)

De deur ging open en een lange, hoogblonde dame in een roze huispak wierp een korte blik op mij en riep naar achter: ‘Theo... Weer iemand aan de deur voor je kerstdromen. Of je effe wilt komen.’

Ze gooide haar sigaret nog gauw even naar buiten, sneerde kortaf ‘Moment, hij komt zo’ en de deur ging weer dicht. Ik keek nog even naar de nasmeulende peuk aan mijn voeten, maar de deur ging alweer open.

‘Zo, zo’, zei de man die vast Theo moest heten, terwijl hij me even goed in zich opnam. ‘Dus u wilde een kerstdroom?’

Nou, eigenlijk zag ik dat bordje en ik dacht... laat ik eens vragen wat ermee bedoeld wordt. Misschien bent u abuis en bedoelt u toch kerstbomen in plaats van kerstdromen. Een kerstboom scoren was mijn oorspronkelijke missie vandaag,’ zei ik wat onzeker.

De man keek me nu indringend over zijn bril aan. ‘Het is simpel. Of je komt voor een kerstdroom, óf je gaat weer. Mijn tijd is te kostbaar om te verspillen aan mensen die alleen even komen kijken. Ik ben gvd geen museum. Dus zeg het maar.’

Lichtelijk geïntimideerd zei ik: ‘Goed dan, ik wil een kerstdroom.’

De man stapte in de deuropening opzij en gebaarde met een bijna galante zwaai van zijn hand dat ik naar binnen mocht komen. We liepen samen naar de achterkamer, waar hij vlug de gordijnen sloot om het licht buiten te houden. Hij begon te vertellen dat hij dit jaar echt topkwaliteit dromen had. Met een zwierig gebaar van zijn arm toonde hij me hierbij trots een plank vol oude sigarenkistjes, waarvan een zekere gloed scheen uit te gaan.

‘Aan goede kerstdromen komen was nog niet zo makkelijk,’ vertelde hij. ‘Vorig jaar had ik nog zo mijn best gedaan, maar de dromen waren allemaal bedorven, nog voor ze in mijn winkel aankwamen. Ik had ze last minute op de zwarte markt op de kop getikt zonder garantie, dus dat was een grote strop. Daarom ben ik dit jaar vroeg begonnen met het zoeken naar een nieuwe leverancier.’

Ik besloot me zo zakelijk mogelijk op te stellen na dit relaas en vroeg waar hij zijn inkoop dan gedaan had.

‘Dat ga ik jou niet aan je neus hangen', sneerde hij toen, terwijl zijn buik een beetje meer begon te bollen nu hij zijn rug rechtte. Maar hij verzekerde me dat ‘die gast maar aan een paar mensen met een goede referentie leverde om zijn eigen reputatie hoog te kunnen houden.’

‘U bedoelt de kerstman?’ vroeg ik. Hij lachte me uit.

‘Meisje... Dit is gewoon harde handel. De kerstman hebben we uit de handelsonderneming gegooid, want die vent heeft ons al een paar keer in een faillissement gestort. Deelt gewoon alles uit. Heeft helemaal geen verstand van ondernemen. Daarom zit hij nu ook in de schuldsanering, slaapt in zijn slee. Je kunt godverdomme geen Sinterklaas zijn anno 2024. Nee... die tijd is geweest. Maar kom, jij bent nu hier. Laten we maar eens kijken wat je voor kerstdroom zou willen kopen. Heb je al een idee?’

Dat had ik niet zo één, twee, drie, en hij liet me even denken, terwijl hij de doosjes met dromen nog een keer oppoetste.

‘Kijk’, zei hij. ‘Vorige maand kwam iemand die een kerstdroom wilde waarin het weer goed kwam met zijn vrouw. Hij was vreemdgegaan met zijn kapster, maar door de stress viel zijn haar gewoon uit. Kapsters houden van haar, weet je. De ironie. Maar goed... die vent wilde zijn vrouw nu terug. Ik waarschuwde hem dat het wel heel zijn trots zou kosten. Daar had hij in eerste instantie moeite mee. Maar weet je – iedereen die hier een droom wil kopen, krijgt 24 uur bedenktijd of hij de prijs wil betalen voor hij de droom kan ophalen. En net wat ik dacht... hij kwam op het laatste moment toch aankakken. Wilde het toch op tijd in huis hebben, omdat zo’n droom een paar weken nodig heeft om te rijpen en uit te komen. We hebben zijn trots afgetapt – kijk, daar in die paarse fles opgeslagen – voor een droom van iemand anders. Met gebogen hoofd verliet de kale man dit pand.’

Het duizelde me even. Had ik te maken met een waanzinnige of was ik al zo volwassen en verpest om niet meer in wonderhandel te geloven? Wat zou ik willen. Wat zou de ultieme kerstdroom zijn?

Ik opperde een suggestie. ‘Verkoopt u ook een kerstdroom met wereldvrede?’

Hij zuchtte verveeld. ‘De laatste keer dat dat verkocht is, kostte dat iemand zijn leven. Vrijwillig, weliswaar, maar weet je... die droom zelf is best altruïstisch. Toch kent ook altruïsme zijn grenzen. Mager resultaat bovendien, want als die droom uitkomt, duurt die wereldvrede effectief maar anderhalve minuut. Wordt opgeheven door de dualiteit van het collectief van dromen, waarin velen toch elementen van honger naar macht en rijkdom bevatten. Nee, zo’n aardig kind als jij zou toch iets eenvoudigers kunnen wensen. Je bent tenslotte voor het eerst hier. Je kunt klein beginnen met dromen, vind je niet? Maar het voelt niet goed om hier nu te lang met jou te staan. Slaap er nog eens een nachtje over. Kom morgen maar terug als je iets hebt gekozen wat bij je maat past.’

Zichtbaar geïrriteerd begon hij binnensmonds te vloeken over de kosten van al die mensen die alleen kwamen kijken en niets kochten. Dat kostte hem geld, zei hij, terwijl hij ook een gezin had... en huur... en inkoop.

Beduusd liet ik me na deze tirade weer naar buiten begeleiden en ging naar huis. Zonder boom. En zonder kerstdroom.

De volgende dag vertrokken we extra vroeg. Vanuit de auto zag ik het bordje al staan. ‘Daar is het, zie je wel?’, zei ik opgelucht tegen mijn vriend. Dichterbij gekomen draaide hij het raampje open en las hardop: ‘Kerstbomen te koop.’ Hij wees naar een grote partij nordmansparren langs de gevel.

Ik verstomde en verwenste Theo. In de achteruitkijkspiegel zag ik nog net Theo’s grijns terwijl hij een dun sigarendoosje onder zijn arm klemde. Voor ik het wist, loste hij in het niets op - met doosje en al.

D.D.

December 2024