Roering in het dorpje L – Kermisvolk met kerstmis

Foto: Pixabay
Door Betsie Wienk

De suggestie van een woonwagen was al goed zichtbaar op de bühne en ook de twee treden voor de deur, waardoor er meer speelmogelijkheid ontstond, waren stevig vastgeschroefd. Ik mocht mijn hart ophalen aan het kleurig beschilderen van de buitenkant en er een vrolijke Pipo-wagen van maken.

Dit jaar zou het personeel van ons driemansschooltje in L., de kinderen met kerstmis verrassen met een toneelstuk in het patronaatsgebouw. ‘Kermisvolk op Kerstmis’ ging over een groepje kermisgasten die het kerstverhaal op het dorpsplein uitbeelden.

Meestal waren het de kinderen die de volwassenen moesten ontroeren met sketches, liedjes en gedichtjes. Maar voor deze keer hadden we de rollen omgedraaid.

In het voorjaar al zaten we onze rollen te lezen en te oefenen rond de tafel bij het hoofd van de school, die zich maar al te graag tot regisseur had laten bombarderen. Iedereen was enthousiast. Er kwamen de wildste ideeën naar boven. Van een vuurtje waar de herders zich aan konden verwarmen, tot de schapenboer die met een complete kudde over het toneel zou trekken.

Maar we besloten er toch maar een voorstelling van te maken die een appél zou doen op de verbeelding van de kinderen. Het verbluffende resultaat van al ons brainstormen en repeteren was dat de voorstelling na de grote zomervakantie al aardig in de steigers stond.

En toen werd het kerst.

Het patronaatsgebouw was in kerstsfeer gebracht met, sparren, guirlandes, papieren klokken en een grote kerstboom. Wat zich op het toneel afspeelde was voor de kinderen, die stommelend onder begeleiding van een paar ouders binnenkwamen, nog verborgen achter de geheimzinnig dichte toneelgordijnen, totdat het licht in de zaal werd gedoofd.

Eindelijk brak ook de spanning aan de andere kant van het gordijn. En toen een van ons het gordijn opentrok, stonden wij daar, de toneelspelers. Kwetsbaar voor de hele meute, hopend dat zij clementie met ons zouden hebben.

Het werd stil. De kinderen waren kennelijk onder de indruk, ondanks het door gebrek aan middelen minimalistisch uitgevoerde decor. Er hing iets magisch in de zaal en die betovering moesten we nu vast zien te houden.

Toen de verteller, het hoofd van de school, zijn eerste tekst las, werd achter in de zaal gefluisterd ‘Kijk, meneer O.’ Er klonk gesmoord gegiechel. Dat waren de oudsten, altijd al de belhamels. Maar ik werd door leerlingen op de eerst rij met open mond aangestaard. ‘Nu doorzetten’, dacht ik. Ik stond op van het trapje, liep langs de voorplecht en luidde de bel ten teken dat de voorstelling was begonnen.

Ik keek zo dreigend als ik kon naar de jongens achterin, hopend dat ik als herder met mijn schapenvacht over mijn schouder nog enig gezag uitstraalde en draaide me daarna om, om de kudde imaginaire schapen op de bühne in toom te houden. Toen dook ik de woonwagen in.

Na een paar minuten kwam ik te voorschijn als engel om Maria, de vrouw van mijn collega, de blijde boodschap te verkondigen. Eigenlijk moest ik volgens het script nog een duif loslaten als teken van de Heilige Geest, maar dat hebben we maar weggelaten. Dat zou te veel hilariteit hebben veroorzaakt.

De geboorte was goed voorbereid. Josef hoefde maar de deur van de woonwagen open te zetten ‘et voila’,  daar was de kerststal. De hoofdfiguren, Jozef en  Maria waren aanwezig, knielend of staand in hun karakteristieke houding rond de kribbe. De verteller zette een zacht muziekje op terwijl ik devoot, nog steeds als engel verkleed, het kindeke Jesus plechtig naar binnen droeg en het voorzichtig in de kribbe legde.

De verteller werd weer hoofd van de school en dirigeerde tot slot het ‘Stille nacht, heilige nacht’, waarbij de hele zaal meezong. Na afloop van de viering waren we snel klaar met opruimen.

Er stonden weinig attributen op het toneel, we hadden het heel sober gehouden.  Maar dat had het spel er voor de kinderen kennelijk niet minder op gemaakt. Want toen ik de maandag na kerst over het schoolplein liep, kwam er een kind naar me toe. En terwijl ik me naar haar toeboog, fluisterde zij nog helemaal onder de indruk: ‘Juf, dat waren veel schapen, hè.’

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen