Eén op de tien jongeren in Roermond heeft geen werk en gaat niet naar school

ROERMOND - Van de 7770 jongeren in Roermond in de leeftijd van 15 tot 27 jaar gaan er 780 niet naar school en hebben geen werk. Deze groep jongeren is tussen 2022 en 2023 gegroeid blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek, gepubliceerd door het AD.

In Roermond zaten relatief meer mannen een tijdje zonder werk en studie. In totaal gaat het om zo'n 11 procent van de mannen tussen de 15 en 27 jaar die ten tijde van het onderzoek zonder werk zat en niet naar school ging.

Divers
Uitgesplitst naar leeftijdscategorie is verhoudingsgewijs de grootste groep tussen de 23 en 27 jaar oud. Van de 2850 jongeren in Roermond in die leeftijdsgroep gaan er 420 niet naar school en hebben geen werk. De groep jongeren die niet naar school gaan en niet werken is zeer divers. Zo vallen hier ook jongeren onder die na een studie nog geen werk hebben, of leeftijdsgenoten die door een chronische ziekte niet naar school kunnen of kunnen werken. Ook gaat het om jongeren die mogelijk net klaar of gestopt waren met de ene opleiding, maar nog niet begonnen waren aan de andere. Vergeleken met de vijftien gemeenten die het meest op Roermond lijken, lag het percentage jongeren in de leeftijdsgroep 23 tot 27 jaar dat op papier thuis zit hier ongeveer gelijk. Van de 420 jongeren in de gemeente die bij deze groep horen staan er 120 geregistreerd als werkzoekend en ontvangen er 180 een uitkering voor bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid, ziekte, werkloosheid of bijstand. Tussen deze groepen is uiteraard sprake van een overlap.

Kortdurend
Landelijk telde de groep van 23 tot 27 jaar in 2023 naar verhouding de meeste jongeren die geen baan hebben en niet naar school gaan, afgerond gaat het om iets meer dan 11 procent van de jongeren. Een jaar eerder ging het nog om iets minder dan 11 procent. Daarmee is deze groep in Roermond harder gegroeid dan in de rest van Nederland. Het merendeel van de thuiszittende jongeren was kortdurend werkloos op het moment dat het onderzoek werd uitgevoerd. In totaal gaat het om 25 procent van de jongeren tussen de 15 en de 23 jaar. Circa 24 procent van deze groep jongeren kan vanwege een ziekte of arbeidsongeschiktheid niet naar school en niet werken. Zo'n negen procent van de jongeren werkt niet en gaat niet naar school vanwege de zorg voor het gezin of het huishouden. Vooral mannen zijn kortdurend werkloos terwijl vrouwen juist vaker thuiszitten vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid of om zorg te dragen voor het gezin en en het huishouden. En waar jongeren van 15 tot 23 jaar juist vaker kortdurend werkloos zijn, zijn jongeren van 23 tot 27 jaar dat juist vaker langdurig.