Kwetsbare huishoudens in Limburg voelen het wegvallen van steun

In Limburg is het aantal huishoudens dat te maken heeft met energiearmoede in 2024 opnieuw gestegen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Provinciebreed komt het percentage huishoudens in energiearmoede uit boven het landelijk gemiddelde van 6,1 procent, met Zuid-Limburg als opvallend risicogebied. Vooral alleenstaanden, ouderen met een klein pensioen en mensen met een uitkering worden getroffen, zeker als zij in verouderde, slecht geïsoleerde huurwoningen wonen.

De stijging volgt op het afschaffen van tijdelijke steunmaatregelen, zoals het prijsplafond voor gas en elektriciteit en de energietoeslag. Voor veel Limburgse huishoudens betekende dit een forse toename van de maandlasten. Energiearmoede betekent niet alleen dat mensen relatief veel van hun inkomen aan gas en stroom kwijt zijn, maar ook dat zij regelmatig noodgedwongen minder verbruiken dan gezond of comfortabel is.

Hoewel landelijke maatregelen en verbeterde woningisolatie het tij deels keren, blijft de nood in Limburg voelbaar. Gemeenten in de regio zien het aantal hulpvragen groeien, met name uit wijken waar sociale huur overheerst. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan structurele oplossingen, zoals energiecoaches, wijkgerichte renovatieprojecten en adviespunten. Maar voorlopig geldt: wie nu krap bij kas zit, voelt elke graad op de thermostaat.