In 2024 zijn in Nederland bijna 6.200 tijdelijke woningen vergund, een stijging van 47 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Dat meldt het CBS op verzoek van het ministerie van Volkshuisvesting.
In totaal zijn tussen 2020 en 2024 al 18.000 tijdelijke woningen vergund, waarvan het merendeel (85 procent) nieuwbouw betreft.
Tijdelijke woningen, die vaak maximaal tien jaar blijven staan, kunnen sneller gerealiseerd worden dan reguliere woningen. Dit maakt ze aantrekkelijk in de aanpak van woningnood. Noord-Brabant nam het voortouw in 2024 met bijna 1.600 vergunde tijdelijke woningen. In Limburg blijft het aandeel bescheiden, met aantallen die per jaar sterk fluctueren afhankelijk van projectgrootte.
Tilburg voert de lijst aan als gemeente met de meeste vergunde tijdelijke woningen (1.244 sinds 2020), terwijl grote steden als Arnhem en Haarlem in die periode geen enkele tijdelijke woning vergunden. Opvallend is dat woningcorporaties in 2024 verantwoordelijk waren voor meer dan de helft van alle vergunde tijdelijke woningen. Hun aandeel in deze markt groeit gestaag, terwijl commerciële partijen stabiel blijven.
In Limburg biedt dit kansen: met landelijke steun en regie van woningcorporaties kunnen gemeenten inspelen op acute woonvragen – mits zij zich aansluiten bij deze trend.