Wie deze zomer op vakantie gaat, laat huis en haard vaak dagen of zelfs weken achter. Juist in die periode slaan inbrekers toe, omdat ze ongemerkt hun gang kunnen gaan. Toch is er veel dat bewoners kunnen doen om het risico op een inbraak te verkleinen.
Een huis dat bewoond lijkt, schrikt af. Dat begint bij eenvoudige maatregelen: vraag de buren om de post regelmatig uit de brievenbus te halen, laat gordijnen op verschillende momenten open of dicht doen, en gebruik tijdschakelaars voor lampen. Ook verlichting rondom het huis – vooral bij achterdeuren en donkere steegjes – helpt om ongewenst bezoek af te schrikken.
Toch zit de grootste kwetsbaarheid soms niet in het huis zelf, maar op de telefoon van de bewoner. Vakantiefoto’s die in real-time worden gedeeld op social media maken voor inbrekers meteen duidelijk wie er niet thuis is. Politie en gemeenten raden daarom aan om pas na thuiskomst vakantiekiekjes te plaatsen.
Steeds meer mensen maken gebruik van buurtapps of WhatsApp-groepen waarin verdachte situaties worden gedeeld. Wie zijn buren goed kent, heeft in dat netwerk vaak extra ogen en oren. In sommige gemeenten is het ook mogelijk om bij de politie vakantietoezicht aan te vragen. Agenten of buurtpreventieteams houden dan een extra oogje in het zeil.
Een goed beveiligd huis begint bij jezelf, maar krijgt kracht in samenwerking met de buurt. Door op elkaar te letten, wordt de zomer niet alleen ontspannen voor wie weg is, maar ook veiliger voor wie achterblijft.