De libellenstand in Nederland is tussen 2008 en 2024 met gemiddeld 28 procent gedaald, zo blijkt uit cijfers van het CBS en De Vlinderstichting.
Niet alleen zeldzame soorten, maar ook algemene libellen, zoals het lantaarntje, worden minder talrijk. Tegelijkertijd profiteren warmteminnende soorten, zoals de vuurlibel, van de klimaatverandering en nemen deze juist toe.
Vooral koudeminnende libellen, zoals de groene glazenmaker en de noordse winterjuffer, verdwijnen in hoog tempo en zijn sinds 1998 met 75 procent afgenomen. Daarnaast worden libellen die afhankelijk zijn van vennen en hoogveen sterk getroffen door klimaatopwarming en verdroging, waardoor hun aantallen sinds 2010 achteruitgaan.
Stromend water biedt meer stabiliteit: soorten als de weidebeekjuffer zijn in de afgelopen decennia met 43 procent toegenomen.