Armoede Roermond gedaald met 3%

Foto: Horst Tinnes via Pixabay

Roermond – Angela Hokstam – Wethouder Marianne Smitsmans besprak gisteren met een commissie, de tussenevaluatie van het armoedebeleid. ”We zijn er nog lang niet, maar langzaam gaat het beter in Roermond”zegt Smitmans. Armoede is een complex en multidimensionaal probleem, niet alleen een financiële kwestie, maar houdt ook verband met het niet volwaardig kunnen participeren in de samenleving. Daarnaast is armoede een relatief begrip: een situatie waarin een individu of een huishouden is uitgesloten van een levensstandaard, die in een samenleving als minimaal aanvaardbaar wordt gezien.

Het beleidsplan armoedebeleid ‘Roermond, samen actief tegen armoede’ en de uitvoeringsnota ‘Roermond, samen actief tegen armoede, zijn op 22 december 2016 vastgesteld door de raad. Het beleidsplan Armoedebeleid is verder uitgewerkt in de Uitvoeringsnota Preventief Armoedebeleid, doorgeleid naar de commissie op 28 augustus 2017. Het beleidsplan Armoedebeleid en de uitvoeringsnota hebben geen looptijd. Om in te kunnen blijven spelen op actuele ontwikkelingen, is afgesproken dat de uitvoeringsnota continu bijgesteld wordt indien nodig. Bij het opstellen van het beleidsplan en de uitvoeringsnota zijn de Stuurgroep Armoedebeleid, het Maatschappelijk Platform Roermond, de Cliëntenraad Participatiewet en ervaringsdeskundigen nauw betrokken.

In 2017 was het aantal arme personen in Nederland gelijk aan iets minder dan 939.000. Dit is 5,7% van de bevolking. De dalende trend is al sinds 2013 gaande. In dat jaar waren er meer dan 1,2 miljoen armen. Na 2015 is de daling zwakker geworden. Kinderen en 90- plussers hebben verhoogd risico op armoede. Zowel de jongste als de alleroudste mensen hebben een verhoogd risico op armoede. Van kinderen tot en met 12 jaar in Nederland is ongeveer 9% arm. In totaal zijn er in 2017 ruim 270.000 minderjarigen (0 tot 18 jaar) die in armoede leven. Zij vormen 8,1% van de bevolking tot 18 jaar. Onder de 65- plussers in Nederland komt armoede weinig voor. Gemiddeld 3% van deze bevolkingsgroep is arm. Wel maakt de leeftijd uit: het percentage armen loopt op in de oudere leeftijdscategorieën. Van de ouderen vanaf 90 jaar is bijna 11% arm. Dit komt door de (niet-vergoede) zorgkosten binnen deze groep. Nadat die kosten van het inkomen zijn afgetrokken, blijft het resterende bedrag relatief vaak onder de Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) armoedegrens. Van alle arme volwassenen (666.000 mensen), heeft een derde werk als belangrijkste inkomensbron. Het aantal werkende armen bedraagt in 2017 bijna 220.000. Iets meer dan de helft hiervan (125.000 personen) werkt in loondienst, de rest is zelfstandig ondernemer (95.000 personen).

De armoede in Roermond over de periode 2013 tot en met 2017 is gedaald met 3%. Dit betekent een afname van 1.592 personen in armoede. Vergeleken met de andere grotere Limburgse gemeenten, behoort Roermond nu tot de middenmoot. Op wijkniveau zijn geen cijfers van het SCP beschikbaar. Daarom wordt op wijkniveau de CBS- cijfers gehanteerd. Door een verschil in definities is het armoedepercentage in Roermond volgens de CBS cijfers hoger, dan volgens de SCP cijfers. Het SCP gaat uit van het niet- veel- maartoereikend- budget, terwijl het CBS het percentage huishoudens met een inkomen op het sociaal minimum per buurt hanteert. Het sociaal minimum is een inkomen gelijk aan de bijstand. In alle Roermondse wijken is de armoede afgenomen.De armoedecijfers in Roermond laten een positieve trend zien. Op alle vijf de pijlers van het armoedebeleid worden projecten en activiteiten uitgevoerd. Over het algemeen laten de projecten positieve resultaten zien. Door de integrale aanpak worden in principe alle inwoners, waaronder werkenden en ZZP-ers, van Roermond bereikt. De resultaten geven aanleiding om de ingezette koers voort te zetten. Tussentijdse evaluatie blijft nodig. Resultaten zullen op langere termijn moeten leiden tot een trendbreuk, in de armoedecijfers van Roermond.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen