De Remunjse soort

Foto: Roel Schenk

Roermond – Roel Schrenk – De laatste ECI-talkshow van het jaar had als titel ‘Het Raadsel van Roermond’. Het thema, geïnspireerd op de lopende ECI-expositie ‘Het DNA van Roermond’, werd onder leiding van Edwin Becker besproken met illustere Roermondenaren zoals fulltime volksvertegenwoordiger Dré Peters, geschiedschrijver Hein van der Bruggen en cultureel antropologe Lotte Thissen.
De centrale vraag: bestaat Roermondse DNA eigenlijk wel. Hoe is het te traceren? Hebben de inwoners hetzelfde DNA? Moeilijk moeilijk, dus troonde Edwin Becker zijn gasten aan de hand van hun individuele afkomst en ervaringen door het DNA-moeras. Dat alles gevolgd door een volle zaal.

Hoe Roermonds voelen Roermondenaren zich eigenlijk? En: hoe werkt dat eigenlijk? Wanneer ben je een Roermondenaar? Als je hier bent geboren? Als je Remunjs kan spreken en verstaan? Als je het Roermondse volkslied uit je hoofd kent? Wat is eigenlijk typisch Roermonds?
Tijdens de talkshow kwamen allerlei vermeende Roermondse karakteristieken aan bod. Roermond is een bijzondere stad, een voorname stad, een gezellige stad. En een stad waar wel eens wat gebeurt. Ook door de eeuwen heen. Bekend is Roermond ook. Met zijn historie van rangen en standen, kerken, volksbuurten, kaaje kook en grootspraak. Met leiders die hun sporen nalieten. Met zijn gouden Christoffel op de toren die met trots uitstraalt: ‘Veer zeen Remunj’.

Maar het individu is moeilijker te duiden. Columniste Ingrid Schouten noemde het in de ECI-talkshow treffend ‘de Remunjse soort’, zonder daarbij een identiteit te benadrukken. We delen van alles, maar er is geen grootst gemene deler. Het werd een avondje zoeken naar onze identiteit, met mijmeringen over verschillen in afkomst, opvoeding en cultuur en verbinding door middel van taal, omgeving en ook weer cultuur.

Verenigingsman en fulltime volksvertegenwoordiger Dré Peters had als mijnwerkerszoon de wind niet mee, maar had geen enkele boodschap aan conventies en knokte zich met inzet en leergierigheid naar de top, wetend hoe de hazen liepen. Opgroeien in een achterstandswijk hoeft geen beletsel te vormen om succesvol te zijn. Advocaat en geschiedschrijver Hein van der Bruggen beaamde dat de rangen-en-standen-cultuur Roermond geen goed heeft gedaan. De kansen waren niet voor iedereen gelijk. Het evenwicht is later gelukkig hersteld. Cultureel antropologe Lotte Thissen, opgegroeid op de Donderberg, legde het gevoel en de praktijk van ‘(un)belonging’ uit: in- en uitsluiting, erbij horen of niet. Taal speelt daarbij een grotere rol dan afkomst: “De meest vervelende vraag aan mensen uit een andere cultuur, maar die gewoon Roermonds dialect praten is: waar kom je vandaan?”

 

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen