In de nacht van zaterdag 30 op zondag 31 maart gaat de zomertijd weer in. Om twee uur ’s nachts springen de klokken een uur vooruit naar drie uur. Dat betekent een uurtje minder slapen, maar daar krijgen we langere, lichtere avonden voor terug.
De zomertijd maakt het mogelijk om na werktijd nog volop van het daglicht te genieten. Ideaal voor een avondwandeling, een terrasje of gewoon lekker buiten zijn. Vooral in de zomermaanden lijkt de dag eindeloos, wat een extra gevoel van vrijheid geeft.
Toch heeft de omschakeling ook nadelen. Sommige mensen hebben dagen – of zelfs weken – nodig om te wennen aan het nieuwe ritme. Een uur eerder opstaan kan zorgen voor vermoeidheid en concentratieproblemen. Ook slaapexperts zijn kritisch: de natuurlijke biologische klok laat zich niet zomaar aanpassen.
De discussie over het nut van de zomertijd laait ieder jaar weer op. Ooit werd het systeem ingevoerd om energie te besparen, maar dat effect lijkt tegenwoordig verwaarloosbaar. Toch blijft het voorlopig nog bij twee keer per jaar de klok verzetten.
Hoe ervaar jij de overgang naar de zomertijd? Fijn die lange avonden, of liever geen gedoe met de klok?