Nederland produceerde in het eerste halfjaar van 2025 ruim 64 miljard kilowattuur (kWh) elektriciteit, een stijging van 7 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2024. De groei kwam vooral uit fossiele bronnen, met name kolen. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De productie uit hernieuwbare bronnen daalde licht. Vooral wind leverde minder op, doordat het zowel op land als op zee minder waaide. Opvallend is dat zonne-energie juist een record behaalde: in het tweede kwartaal werd met bijna 10 miljard kWh de hoogste productie ooit gemeten, dankzij zonnig weer.
In totaal kwam 48 procent van de elektriciteit in de eerste helft van dit jaar uit hernieuwbare bronnen. Het aandeel schommelde sterk per kwartaal: 39 procent in het eerste kwartaal, 59 procent in het tweede.
Het elektriciteitsverbruik bleef vrijwel gelijk, maar door de hogere productie ontstond een overschot. Vooral in het eerste kwartaal werd veel stroom uitgevoerd naar België en Duitsland; de uitvoer was toen zelfs de hoogste ooit gemeten.
De stijging van de productie uit kolen en aardgas hangt samen met de relatief lage prijzen van deze brandstoffen. In de eerste helft van 2025 lag de elektriciteitsproductie uit kolen 72 procent hoger dan een jaar eerder. Aardgas droeg eveneens meer bij. Daarmee konden fossiele centrales de dip in windenergie opvangen.