Vragen over uitzonderingen op onttrekkingsverbod oppervlaktewater

25 jul , 12:57 nieuws
Tungelroysebeek en Sint Charles
John Hölsgens

LIMBURG - Waterschap Limburg stelde begin deze maand opnieuw een onttrekkingsverbod in voor oppervlaktewater. Dat betekent dat in grote delen van Midden- en Noord-Limburg geen water meer uit beken en sloten mag worden opgepompt.

Een begrijpelijke maatregel om natuur, vissen én landbouw te beschermen. Maar sommige teelten worden uitgezonderd. Is dat eigenlijk wel eerlijk?

Watervoetafdruk
Voor teelten met een hoge opbrengst per hectare, zoals lelies, asperges en zaadveredelingsteelten (bijvoorbeeld bloemteelt), wordt soms een uitzondering gemaakt. Deze kapitaalintensieve gewassen leveren veel geld op, dus bij een mislukte oogst door bijvoorbeeld droogte is de schade groot. Toch roept dat ook vragen op. Waarom krijgen bijvoorbeeld gewassen met een zogenoemde lage watervoetafdruk, die belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening géén uitzondering? Kapitaalintensieve teelten draaien bovendien vaak hoge winsten. Waarom dragen deze niet zelf dit bedrijfsrisico? Tenslotte: deze bedrijven hebben een grote watervoetafdruk en zijn afhankelijk van beregening uit verdrogingsgevoelige beken. Waarbij de vraag zich opwerpt of een aantal teelten wel op de juiste plek staat. Wanneer meer gewassen zoudenworden gekozen die passen bij de natuurlijke beschikbaarheid, zou dat niet alleen water besparen maar ook spanningen verminderen tussen landbouw, natuur en drinkwaterwinning.

Breder
De Natuur- en Milieufederatie Limburg (NMFL) vindt in ieder geval dat het gesprek over waterverdeling breder gevoerd moet worden. Water is schaars. 'Wij pleiten voor keuzes die voedselzekerheid en natuur voorrang geven boven niet voedselgewassen bij onttrekkingen en voor het telen van gewassen op plekken waar het past bij het beschikbare water. Financiële winsten en risico's zouden daarnaast eerlijker verdeeld moeten worden, door ze daar te laten waar ze horen', aldus de NMFL op haar website.