ROERMOND - Uit huis geplaatste kinderen belanden in Nederland vaak niet direct op de juiste plek. Gemiddeld worden deze kinderen zes keer doorgeplaatst. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van Het Vergeten Kind, uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut.
Één op de acht kinderen wordt zelfs meer dan tien keer doorgeplaatst. En dat terwijl deze kinderen juist stabiliteit en rust nodig hebben op een plek waar ze zich thuis voelen.
Postpakketje
'Je verandert in een soort postpakketje. Je accepteert dat je wordt doorgeschoven, want verzet heeft toch geen zin', vertelt ervaringsdeskundige Serena(21). Onderzoek onder 119 doorgeplaatste kinderen laat zien dat de impact van doorplaatsingen verwoestend is. Kinderen verliezen hun sociale netwerk, raken achter met school en kampen met mentale problemen.
Uitschieters
Uit huis geplaatste kinderen belanden vaak niet direct op de juiste plek en worden gemiddeld zes keer doorgeplaatst. Zes doorplaatsingen is slechts een gemiddelde. Er zijn uitschieters van kinderen die meer dan twintig keer zijn doorgeplaatst. Gebrek aan passende hulp (66,4 procent) en problemen op de woonplek of in het (pleeg)gezin (56,3 procent) zijn de belangrijkste redenen om naar een andere plek te worden doorgeplaatst. Opvallend is dat 26,1 procent van de kinderen niet wist waarom zij moesten vertrekken.
Ernstige klachten
De impact op de mentale gezondheid is groot: kinderen ervaren angst, eenzaamheid en depressie. Ernstige klachten, zoals PTSS en suïcidale gedachten komen ook voor. Daarnaast zorgt het doorplaatsen vaak voor het missen van onderwijs: scholen wisselen, lange reistijden of het ontbreken van passend onderwijs zorgen ervoor dat veel kinderen hun diploma niet halen.
Vuilniszakken
Het sociale leven van kinderen lijdt eveneens zwaar onder deze verhuizingen. Ze worden vaak op plekken geplaatst ver weg van hun eigen sociale netwerk: school, familie en vrienden. Bijna driekwart (70,8 procent) kon geen afscheid nemen van belangrijke mensen en 86 procent wist niet hoe lang ze op hun nieuwe plek konden blijven. Hobby’s en sport vallen vaak weg door afstand of restricties vanuit de woonplek. Tot slot geeft meer dan de helft (52,8 procent) van de ondervraagden aan geen steun te hebben ontvangen van bijvoorbeeld een ouder, mentor of begeleider tijdens het doorverhuizen. Ze stonden er dus vaak helemaal alleen voor. Een groot aantal kinderen geeft aan dat ze zich niet gehoord voelen bij beslissingen over hun doorplaatsing. Zo zegt 73,8 procent dat er niet naar hun wensen is geluisterd en 84,4 procent werd niet betrokken bij deze ingrijpende beslissing. Veel kinderen moesten hun spullen in vuilniszakken verhuizen, wat hun gevoel van eigenwaarde verder aantastte.
Op de barricade
Het voortdurend doorplaatsen van kinderen in jeugdzorg is onacceptabel, aldus Margot Ende- van den Broek, directeur Het Vergeten Kind. 'Kinderen verdienen een stabiele plek om hun leven op te bouwen, niet om constant verplaatst te worden.' Zes jaar geleden stond de organisatie ook al op de barricade om doorplaatsingen te stoppen, maar sinds die tijd is er weinig veranderd. Daarom wordt er tijdens de Week van Het Vergeten Kind opnieuw actie gevoerd.
Manifest
Het Vergeten Kind pleit in een manifest voor voldoende stabiele en aandachtsvolle woonplekken voor kinderen die écht niet meer thuis kunnen wonen. Een liefdevol (t)huis vlakbij ouders, vrienden en school, waar kinderen zo lang kunnen blijven als nodig en waar een vast en vertrouwd team van hulpverleners hen steunt en begeleidt in hun ontwikkeling. Ende- van den Broek: 'Als we het in één keer goed doen, hebben kinderen daar hun hele leven profijt van.'