De Joodse gemeenschap in Limburg ontvangt een financiële compensatie van 125.000 euro als erkenning voor het leed dat hen tijdens de Tweede Wereldoorlog door de gemeente Roermond is aangedaan.
Uit onafhankelijk onderzoek van historicus Fred Cammaert, uitgevoerd in opdracht van het huidige stadsbestuur, bleek dat de gemeente en politie destijds actief meewerkten met de Duitse bezetter, wat leidde tot de roof en verhandeling van Joods vastgoed. De eigendommen werden na de oorlog pas na lange juridische procedures en met een kille houding teruggegeven.
Burgemeester Yolanda Hoogtanders bood in april namens de gemeente haar excuses aan de Joodse gemeenschap en de slachtoffers van de Sjoa aan.
Het voorgestelde bedrag moet worden verdeeld over verschillende projecten, waaronder 75.000 euro voor activiteiten ter versterking van het Joodse leven in Limburg en Roermond, 20.000 euro voor educatieve projecten, en 25.000 euro voor het onderhoud van de Roermondse synagoge.
Ernst de Reus, voorzitter van de Joodse gemeenschap in Limburg, spreekt van een symbolische genoegdoening en is tevreden met het onderzoek naar de rol van de gemeente en politie tijdens de oorlog.
Naast de Joodse gemeenschap ontvangen ook de Sinti en Roma in Roermond een geldbedrag van 5.000 euro. Dit bedrag zal worden gebruikt voor een monument bij de Kapel in 't Zand, de locatie van de jaarlijkse Sinti-bedevaart. Rello Weiss van de bedevaartorganisatie noemt dit een erkenning voor hun gemeenschap