DEN BOSCH - De Eerste Kamer heeft onlangs een wet aangenomen waarmee preferentie wordt toegekend aan vorderingen rond de uitkering van kinderalimentatie. Verschuldigde kinderalimentatie wordt daarmee binnenkort bevoorrecht en krijgt voorrang op andere schulden, indien er meerdere schuldeisers zijn bij een alimentatieplichtige ouder.
Kinderalimentatie vorderingen zijn op dit moment nog concurrente vorderingen. Dat betekent dat in geval van verhaal de opbrengst gedeeld moet worden met andere concurrente schuldeisers en dat de schuldeisers met een hogere rang voorgaan. Het uitgangspunt van het wettelijk systeem is dat alle schuldeisers onderling een gelijk recht hebben om hun vordering op de schuldenaar te verhalen.
Meer inbare kinderalimentatieMaar hoe groter de totale schuldenlast van een alimentatieplichtige ouder is, des te minder overblijft voor de betaling van de (achterstallige) kinderalimentatie. Hierdoor kunnen schrijnende situaties ontstaan voor kinderen, die een kwetsbare groep in onze samenleving vormen. Het is dan ook in het (financiële) belang van het kind om aan de vordering ter zake van verschuldigde kinderalimentatie preferentie toe te kennen, zodat de inning prevaleert boven onder andere consumptieve schulden. Het toekennen van een preferentie zal leiden tot meer inbare kinderalimentatie en dus tot meer financiële middelen voor de verzorging en opvoeding van kinderen. Hierdoor kunnen mogelijk problematische situaties voor het kind worden voorkomen. Met dit wetsvoorstel wordt daarom de vordering ter zake van verschuldigde kinderalimentatie bevoorrecht. De bevoorrechting komt in rang direct na de bevoorrechte
vorderingen die worden
LBIO
De alimentatieplichtige ouder dient de kinderalimentatie te betalen aan de alimentatiegerechtigde ouder. De alimentatieplichtige is zelf verantwoordelijk voor de rechtstreekse betaling van kinderalimentatie aan de alimentatiegerechtigde. Als de betaling van kinderalimentatie uitblijft, kan het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen) op verzoek van de alimentatiegerechtigde de kinderalimentatie innen. De beslissing waarin de alimentatieverplichting is vastgelegd moet daartoe aan het LBIO in handen worden gesteld. Het LBIO probeert eerst vrijwillige betaling door de alimentatieplichtige op gang te brengen. Als dit niet lukt, gaat het LBIO over tot inning van de alimentatievordering.
Algemeen wettelijk voorrecht
Voor de preferentie van de kinderalimentatievordering wordt, in lijn ook met het bijstandsverhaal, gekozen voor een algemeen voorrecht. Het bevoorrechten van de kinderalimentatie vordering doorbreekt de gelijkheid van schuldeisers. Van belang is overigens wel om te realiseren dat een wettelijk voorrecht niet in alle gevallen uitkomst biedt. Een
wettelijk voorrecht helpt bijvoorbeeld niet als vermogen – waarop de schuldeisers bij de inning van hun vordering verhaal zouden moeten kunnen halen – wordt verduisterd of anderszins weg wordt weggehouden van schuldeisers. In het geval van faillietverklaring zal een preferentie ook weinig opleveren. Uit de failliete boedel moeten namelijk eerst faillissementskosten, boedelkosten en eventuele separatisten als pand- en hypotheekhouders worden voldaan. Vaak blijft er dan nog maar weinig over voor andere schuldeisers.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via [email protected] of bel naar 073-6154311