In Roermond viel vrijdag 25 april het zonlicht niet alleen op het lentegroen, maar vooral op elf inwoners die voor hun jarenlange, onbaatzuchtige inzet een koninklijke onderscheiding ontvingen.
Burgemeester Yolanda Hoogtanders reikte de lintjes uit met zichtbaar ontzag, want de verdiensten van deze groep overstijgen generaties en domeinen. In buurthuizen, op podia, in kerken, sportkantines en ziekenhuizen gaven zij kleur aan de stad.
De hoogste eer viel dit jaar toe aan Ger Heyman, die benoemd werd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau – een man die niet alleen culturele evenementen als Sjwaampop en het Bevrijdingsfestival Limburg hielp opbouwen, maar ook de Roermondse taal tot kunst verhief. Zijn muzikale bijdragen en zijn rol als drijvende kracht achter het Roerdelta Concert maakten diepe indruk.
Ook anderen schreven met hun daden stille hoofdstukken in de geschiedenis van Roermond. In Herten stak Jo Maas zich decennialang in voor de optocht, terwijl Maan en Els Kornips vanuit hun geloofsgemeenschap en het ziekenhuis een baken van betrokkenheid waren. In de stad zelf blinken mensen uit zoals Lilian van Rens-Van Dijk, steunpilaar van de Philharmonie Maasniel, en Marjo Arts-Oldenhof, die generaties kinderen en sporters ondersteunde. De inzet van Harry Allers als scheidsrechter en ‘hoffotograaf’, de warmte van Joke Boekhorst bij WMO-groepen en de muzikale en menselijke zorg van Denise de Vries blijven niet onopgemerkt.
Van Etty Willemse die Limburgse cultuur overdraagt aan jonge nieuwkomers tot Willemien Dirkx die via Humanitas en Terre des Hommes mensen in de moeilijkste situaties ondersteunt. Elke onderscheiding belichaamt niet alleen erkenning maar ook een boodschap: de stad leeft dankzij hen die geven zonder te nemen.